Disc golf taal?

Op deze pagina worden de meest voorkomende discgolf woorden/termen uitgelegd:

  • Ace - Dit is wanneer je met één worp direct vanuit de tee de disc in de basket gooit. Dit wordt ook wel een hole-in-one genoemd.
  • Albatross - Dit gebeurt als je drie slagen onder par scoort op een hole. Bijvoorbeeld, een hole van par 5 in twee worpen uitspelen.
  • Anhyzer - Verwijst naar de hoek waarin de disc wordt weggegooid. Als de disc naar de lucht wijst bij het weggooien is dit een anhyzer-worp.
  • Approach shot - Dit is een worp om de disc zo dicht mogelijk bij de basket te laten landen. Dit gebeurt vaak op een afstand waar je net niet kan putten maar de disc wel dicht bij de basket kan laten landen.
  • Basket - Dit is waar de disc in moet belanden om de hole af te ronden.
  • Birdie - Een score die één worp onder par ligt op een hole. Als je bijvoorbeeld een par 3 hole in twee worpen speelt, heb je een birdie gescoord.
  • Bogey - Een score die één worp boven par ligt op een hole. Bijvoorbeeld, een par 3 hole in vier worpen spelen.
  • Disc - Frisbee/schijf waar mee gegooid wordt.
  • Double Bogey - Twee slagen boven par op een hole.
  • Eagle  - Een score die twee worpen onder par is. Als je bijvoorbeeld een par 4 in twee worpen speelt heb je een eagle.
  • Hyzer - Verwijst naar de hoek waarin de disc wordt weggegooid. Als de disc naar de grond wijst bij het weggooien is dit een hyzer-worp.
  • Hyzer Flip - Een worp waarbij een onderstabiele disc in een hyzerhoek wordt weggegooid. De disc flipt rechtop en vervolgt vervolgens een rechte vlucht.
  • Mando (Mandatory) - Een verplicht pad of object dat een speler moet passeren voordat de disc verder mag. Vaak aangegeven door een pijl op de baan.
  • Marker - Is een mini versie van een disc en is bedoelt om je disc te markeren.
  • OB (Out of Bounds) - Dit is een gebied buiten de speelzone. Als je disc in een OB-gebied landt, krijg je een strafworp en moet je verder spelen vanaf de plek waar de disc de OB-lijn heeft gekruist.
  • Onderstabiel - Dit is een disc die de neiging heeft om tijdens de vlucht naar rechts te vliegen.
  • Overstabiel - Dit is een disc die de neiging heeft om aan het eind van de vlucht heel snel naar links te vliegen.
  • Par - Het aantal slagen dat een gemiddelde speler nodig zou moeten hebben om een hole uit te spelen.
  • Putten - Dit is de term die gebruikt wordt voor de worp om je disc in de basket te gooien.
  • RHBH - In disc golf wordt normaal gesproken over een rechtshandige backhand worp (RHBH) gesproken. Voor linkshandige spelers vliegt de disc in tegenovergestelde richting van de RHBH. De vlucht afbeeldingen van sommige discs die je ziet op de site zijn wanneer een rechtshandige speler een disc backhand weggooit.
  • Roller - Een worp waarbij de disc de meeste afstand aflegt door over de grond te rollen in plaats van door de lucht te vliegen.
  • S-lines - Dit is een vlucht die een disc kan maken als je deze op een hyzer- of anhyzer worp weggooit. De disc maakt dan in de lucht een zogenaamde S-bocht.
  • Spit Out - Wanneer een disc in de basket landt maar er toch weer uit springt, wat een gemiste putt veroorzaakt.
  • Stabiel - Dit is een disc met een recht vluchtpatroon.
  • Tomahawk - Een overhandse worp waarbij de disc als een bijl wordt gegooid, meestal met een verticale rotatie.
  • Turbo Putt - Een unieke putt-stijl waarbij de disc met één hand overhand wordt gegooid, meestal met de vingers omhoog.
  • Vluchtpatroon - Dit is de verwachte vlucht van een disc onder normale omstandigheden en wordt weggegooid met de juiste snelheid.

Mis je nog iets of heb je vragen? Stuur dit gerust naar info@discgolfsport.nl